Reliekschrijn van de Martelaren van Gorcum gerestaureerd

Reliekschrijn van de Martelaren van Gorcum gerestaureerd

23 / 05 / 2019

Sinds zaterdag 11 mei is de bedevaartskerk van de HH. Martelaren van Gorcum in Brielle weer geopend voor pelgrims uit het hele land. Met name tijdens de Nationale Bedevaart, op zaterdag 6 juli, is het druk in het bedevaartsoord. De opening van het bedevaartseizoen is in de regel met een kleiner gezelschap van betrokkenen. Die waren op 11 mei getuige van een bijzonder plechtigheid. Aan het begin van de viering werd de schrijn met de relieken van de martelaren teruggeplaatst op zijn vaste plek voor het altaar. De reliekschrijn is de afgelopen maanden gerestaureerd.

“Een prachtig gerestaureerde schrijn vandaag”, preekte de bisschop in zijn homilie, “niet om de rijkdom ervan centraal te stellen, maar om wat er in is te vereren, en dat we met ons hart getrokken worden naar het getuigenis van de Martelaren van Gorcum.” De schrijn is ten behoeve van de restauratie hier in de bedevaartkerk plechtig uiteen gehaald voor de restauratie. De schrijn uit 1923 moest nodig worden opgeknapt. In een noodkist bleven de relieken achter, terwijl de schrijn naar Kevelaer ging om daar vakkundig te worden gerestaureerd.

Mgr. Van den Hende was erbij toen de relieken uit de noodkist teruggeplaatst werden in de reliekschrijn: “Als je de relieken van de martelaren ziet, kun je aan de botten zien dat het gewone mensen waren, knokig zoals wij allemaal. Sommige botten zijn afkomstig van een oude persoon, en andere botten zijn van een jongere persoon die martelaar werd. De relieken zijn in de schrijn niet geplaatst als in een etalage, maar wel om ons erop te wijzen dat het gaat om concrete mensen die sterfelijk zijn, zoals wij, die de kracht niet uit zichzelf hebben gehaald, maar die net zo krachteloos als wij ‘ja’ hebben gezegd, omdat ze steeds werden gevoed door het sacrament van de eucharistie en gesterkt werden door de gemeenschap in geloof van de wereldwijde Kerk rond de bisschop van Rome, de opvolger van Petrus.”

Vanuit de Schriftlezingen preekte de bisschop over de trouw van de leerlingen van Jezus en de trouw van de Martelaren van Gorcum. In het evangelie wordt beschreven hoe de taal van Jezus sommige mensen tegen de borst stuit, waarop vele leerlingen zich terugtrokken en zijn gezelschap verlieten (Johannes 6, 60-69). Daarop vraagt Jezus aan de twaalf apostelen: “Wilt ook gij soms weggaan?” Maar Petrus antwoordt: “Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven en wij geloven en weten dat Gij de Heilige Gods zijt.”

Mgr. Van den Hende: “Jezus zegt in het evangelie: ‘Wilt ook gij soms weggaan?’ Hij heeft een enorme menigte mensen verzameld en Hij heeft hen willen voeden. Terwijl er maar weinig eten was, heeft hij de grote menigte van brood voorzien en er bleef nog over. Als de Heer zo’n bijzonder teken stelt, zo’n wonder verricht, moet iedereen eigenlijk wel zeggen: ‘dit is Hem, we gaan nooit meer bij Hem weg. Hij spreekt de waarheid en is de waarheid.’ In plaats van dat iedereen het teken van de Heer met geloof beantwoordt, ontstaat discussie: wie bent U eigenlijk en mag U dit wel doen, maakt U zich niet groter dan U bent?”

“Er komt tegenstand en in dat soort situaties zijn er meestal drie groepen. Een stille groep die gelooft, een groep die achterover leunt en denkt we zullen het wel zien, en een groep die kritisch is”, preekt de bisschop. “zo stonden ze ook tegenover de Martelaren van Gorcum: jullie met je rare geloof, jullie achterlijke ideeën over de eucharistie, jullie slaafse ondergeschiktheid aan de paus, hou daar nu eens mee op. De ondervragingen waren niet menswaardig, maar gingen gepaard met dreigementen, vernederingen en spot. Zouden de martelaren misschien ook niet een moment hebben gedacht: zullen we ook maar eens gaan? De martelaren hebben echter niet hun plaats verlaten en hebben hun verantwoordelijkheid niet afgeworpen, het geloof dat in hun hart was gelegd niet verloochend. Ze hebben uitgelegd tot het uiterste wat hun bezieling is. Wat de eucharistie is: de verrezen Heer die alles aan ons geeft en bij ons komt. En wat betreft de paus, dat hij de opvolger is van de apostel Petrus en dat hij, zoals Petrus in de eerste lezing, staat voor de verkondiging van het evangelie.”

“We vieren in het bisdom het Jaar van de Roepingen. ‘Roepingen’ staat in het meervoud, want we zijn allemaal geroepen bij Christus te blijven en Hem te volgen, zelfs als Hij de uitdaging bij ons neerlegt: wilt ook gij soms gaan? We moeten ons laten trekken naar de Heer die met liefde en trouw naar ons omziet.”

De collecte tijdens de offerande is bestemd voor de christenen in Sri Lanka, die in de week van Pasen te maken kregen met bomaanslagen waarbij vele doden vielen en die enkele weken de mis niet konden vieren in hun kerken, omdat dit te gevaarlijk was. Daarnaast is de collecte bestemd voor het heiligdom Brielle, op welke plaats de martelaren zijn gestorven vanwege hun geloof.

(Foto's: Peter van Mulken en Bisdom Rotterdam)