Historie

Geschiedenis

De geschiedenis van de Martelaren van Gorcum speelde zich af ten tijde van de opstand tegen Spanje. Een strijd voor onafhankelijkheid, maar er liepen ook religieuze stellingnamen doorheen die verhard waren aan de vooravond van de Tachtigjarige Oorlog. De Beeldenstorm raasde in 1566 door de Nederlanden. In 1567 stelde Alva de gehate Raad van Beroerten in, die de opstandelingen en beeldenstormers streng berechtte. Op 1 april 1572 werd Brielle ingenomen door de watergeuzen, onder aanvoering van Lumey. Door dit succes kreeg de opstand voet aan de grond in de Noordelijke Nederlanden.

Vooral de clerus en de katholieke godsdienst waren het mikpunt van de geuzen. Kloosters werden gesloten. In verschillende plaatsen werden priesters en religieuzen vermoord. Velen van hen zochten daarom een veilig heenkomen als de geuzen in aantocht waren. Toen de geuzenvloot op 26/27 juni Gorcum innam, werden alle rooms-katholieke geestelijken gevangen genomen. Bijna twee weken lang werden ze gefolterd, getreiterd en verleid om hun geloof af te zweren. Op 5 juli 1572 werden ze per vrachtschuit naar Brielle vervoerd, waar Lumey hen bij aankomst, twee dagen later, opwachtte. Bij hun gezelschap kwamen nog vier priesters van andere plaatsen. In totaal waren ze toen met 23.

Bij de verhoren in Brielle vielen twee van hen af, bij de terechtstelling nog twee. In de nacht van 9 juli zijn ze naar Rugge gebracht, even buiten Brielle naar een klooster dat in april al gesloten en geplunderd was. Daar zijn de 19 martelaren opgehangen aan de balken van de turfschuur. Hun geschiedenis is goed bekend, omdat iemand uit Gorcum die familie was van een van hen de gebeurtenissen van dichtbij heeft meegemaakt, daarbij nog getuigenissen van anderen verzameld heeft en daarover een boek geschreven. Zo weten we van al deze mensen de namen, waar ze vandaan kwamen, wat ze deden. En van de meesten ook hun levensloop en leeftijd.

In de 19e eeuw hebben katholieken de grond gekocht, er een houten kapel gebouwd en een binnenplaats, het martelveld. Later is er een grote stenen kerk gezet. Op het martelveld zijn met een betonnen rand de omtrekken van de turfschuur aangegeven. In de kerk staat een reliekschrijn, een rijk bewerkte kast van metaal met beenderen van deze mensen. Al heel lang trekken mensen naar deze plaats om er te bidden en de gedachtenis van deze martelaren in ere te houden.

Voor de reliekschrijn, met daarop onder meer een afbeelding van de eucharistie en het wapen van de paus, brandt voor elk van de negentien martelaren een kaars. (Foto's: Bisdom Rotterdam)